`Case 1:19-cv-11586—FDS Document 210-24 Filed 07/16/21 Page 1 of 5
`
`EXHIBIT 2.T
`
`EXHIBIT 2.T
`
`
`
`Case 1:19-cv-11586-FDS Document 210-24 Filed 07/16/21 Page 2 of 5
`
`https:/luitspraken. rechtspraak. nl/inziendocument?id=ECLI:N L;H R:198...
`
`ECLI : N L. HR: 1 985:AC9066
`Judicial authority
`Dutch Supreme Court
`Date of judgment
`Publication date
`Gase number
`Procedural references
`Areas of law
`Specific
`features
`Content indication
`
`March 1, 1985
`September 7,2019
`6667 rek.nr
`Opinion: ECLI:NL: PHR: 1 985:4C9066
`Civil law
`Cassation
`Decision
`
`Sources
`Rechtspraak.nl
`NJ 1986, 173 with commentary by W.L. Haardt
`RvdW1985,52.
`
`Judgment
`
`March 1 ,1985
`First Chamber
`Req. no. 6667
`AT
`
`Netherlands Supreme Court
`
`tl
`
`ó"xÈ
`
`7
`USÉa\S)-t-á
`-^ ,/-.'\c.b\o>5u s
`
`3.5 The second ground for appeal in cassation also fails. The Appellate Court did not apply any
`incorrect criterion when it held that the civil-law notary could only be denied legal privilege "if it is
`beyond reasonable doubt that the requested questioning of the witness would not infringe the
`confidentiality of his office", by which the Appellate Court wanted to indicate that the nature of legal
`privilege is that the questions that are posed need not be answered as long as the Court considers
`there to be a reasonable doubt as to whether those answers could be given truthfully without
`disclosing what should remain concealed.
`
`
`
`Case 1:19-cv-11586-FDS Document 210-24 Filed 07/16/21 Page 3 of 5
`
`l, Tamara Theresia Natasja van Bruggen, residing in Amsterdam, duly sworn as a translator for the
`English language by the District Court of Amsterdam and listed under number 4946in the Dutch
`Register of Sworn lnterpreters and Translators (Register beëdigde tolken en vertalers) of the Dutch
`Legal Aid Eoard (Raod voor Rechtsbijstand), the official register of sworn interpreters and translators
`recognised and approved by the Dutch Ministry of Justice, certify that the foregoing document is a
`true and faithful translation of the Dutch source text, a copy of which is hereby attached.
`
`Amsterdam , L6 July 202L
`
`ó"1"à
`
`
`
`https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:198...
`ECLI:NL:HR:1985:AC9066, voorheen LJN AC9066, AG4971, Hoge Ra...
`Case 1:19-cv-11586-FDS Document 210-24 Filed 07/16/21 Page 4 of 5
`
`nl
`
`ECLI:NL:HR:1985:AC9066
`
`Instantie
`
`Hoge Raad
`
`Datum uitspraak
`
`01-03-1985
`
`Datum publicatie
`
`16-07-2019
`
`Zaaknummer
`
`6667 rek.nr
`
`Formele relaties
`
`Conclusie: ECLI:NL:PHR:1985:AC9066
`
`Rechtsgebieden
`
`Bijzondere
`kenmerken
`
`Civiel recht
`
`Cassatie
`Beschikking
`
`Inhoudsindicatie
`
`-
`
`Vindplaatsen
`
`Rechtspraak.nl
`NJ 1986, 173 met annotatie van W.L. Haardt
`RvdW 1985, 52
`
`Uitspraak
`
`1 maart 1985
`Eerste Kamer
`Req. nr. 6667
`AT
`
`Hoge Raad der Nederlanden
`
`Beschikking
`in de zaak van:
`
`1. Mr. David Adolf SLAGER,
`2. Mr. Drs. Henri Petrus Johannes OPHOF,
`advocaten en procureurs gevestigd te Rotterdam, in hun hoedanigheid van bewindvoerders in de surséance van
`betaling van [A] B.V. en bewindvoerders in de surséances van betaling van, respectievelijk sedert 1 november 1983
`curatoren in de faillissementen van [B] B.V. en [C] N.V.,
`alle vennootschappen gevestigd te Rotterdam,
`VERZOEKERS tot cassatie,
`advocaat: Mr. C.J.J.C. van Nispen,
`
`1 of 5
`
`25/06/2021, 11:39 am
`
`
`
`https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:198...
`ECLI:NL:HR:1985:AC9066, voorheen LJN AC9066, AG4971, Hoge Ra...
`Case 1:19-cv-11586-FDS Document 210-24 Filed 07/16/21 Page 5 of 5
`van die rechtshandeling was.
`Onderdeel 1 van het middel betoogt dat bij de vraag wat als aan de notaris toevertrouwd heeft te gelden, - in afwijking
`van het voorgaande – een algemeen onderscheid moet worden gemaakt tussen vertrouwelijke en minder vertrouwelijke
`gegevens en dat zijn verschoningsrecht alleen de eerste categorie zou betreffen. Dit betoog moet worden verworpen.
`Het miskent dat het verschoningsrecht ten doel heeft cliënten en andere belanghebbenden zekerheid te geven dat zij
`vrijelijk met de notaris kunnen spreken. Die zekerheid zou door het maken van zulk een onderscheid op
`onaanvaardbare wijze worden aangetast.
`
`3.5 Ook onderdeel 2 faalt. Het Hof heeft geen onjuist criterium aangelegd door te oordelen dat de notaris het
`verschoningsrecht slechts kan worden ontzegd "wanneer buiten redelijke twijfel staat, dat met de gevraagde getuigenis
`niet wordt getreden in de vertrouwenssfeer van zijn ambt", waarmee het Hof heeft willen aangeven dat de aard van het
`verschoningsrecht meebrengt dat de opgegeven vragen niet behoeven te worden beantwoord, zolang de rechter aan
`redelijke twijfel onderhevig acht of die beantwoording naar waarheid zou kunnen geschieden zonder dat geopenbaard
`wordt wat verborgen dient te blijven.
`
`3.6 De in het begin van onderdeel 3 bestreden rechtsoverweging van het Hof brengt tot uitdrukking dat het
`verschoningsrecht van de notaris in zoverre niet absoluut is, dat zich zeer uitzonderlijke omstandigheden laten denken
`waarin het belang dat de waarheid aan het licht komt – ook ten aanzien van datgene waarvan de wetenschap hem als
`zodanig is toevertrouwd – moet prevaleren boven het verschoningsrecht. De eerste klacht van dit onderdeel gaat van
`een andere lezing uit en mist dus feitelijke grondslag. Ook de tweede klacht faalt. Het Hof heeft terecht geoordeeld dat
`een ruimere beoordelingsmarge en een meer genuanceerde afweging van de met het concrete geval gemoeide
`tegenstrijdige belangen achteraf, zoals in de beschikking van de Rechter-Commissaris werd voorgestaan, tot een
`zodanige onzekerheid omtrent de reikwijdte van het verschoningsrecht zou leiden dat dat daardoor op onaanvaardbare
`wijze zou worden aangetast. Daarbij is mede van belang dat een zodanige afweging een – als gevolg van die afweging
`wellicht niet als bewijsmateriaal te bezigen – openbaarmaking aan de rechter veronderstelt, die met de aard van het
`verschoningsrecht, zoals deze mede in het slot van het onder 3.5 overwogene tot uiting komt, niet te verenigen is.
`
`3.7 De subonderdelen A 1 en A 3 van het derde middel kunnen niet tot cassatie leiden. De door deze subonderdelen
`bestreden rechtsoverweging 4 komt daarop neer dat het Hof ten aanzien van de vraag of het van de notaris verlangde
`getuigenis datgene betreft waarvan de wetenschap hem als zodanig was toevertrouwd, ruimte voor twijfel aanwezig
`oordeelt. Dit oordeel is niet onbegrijpelijk en behoefde geen nadere motivering.
`Subonderdeel A 2 treft geen doel omdat, gezien het hiervoor onder 3.3 overwogene, niet ter zake doet of het belang
`van de betrokken vennootschappen nog met eerbiediging van het door de notaris ingeroepen verschoningsrecht kan
`zijn gediend.
`
`3.8 Onderdeel B van het derde middel tenslotte faalt ook. 's Hofs door dit onderdeel bestreden overweging, verstaan in
`voege als hiervoor onder 3.6 overwogen, is niet onbegrijpelijk en behoeft geen nadere motivering.
`
`4. Beslissing
`De Hoge Raad:
`verwerpt het beroep;
`veroordeelt de bewindvoerders in de kosten van het geding in cassatie, tot aan deze uitspraak aan de zijde van de
`notaris begroot op ƒ 400,-- aan verschotten en ƒ 1.700,-- voor salaris.
`
`4 of 5
`
`25/06/2021, 11:39 am
`
`