throbber
1. Naam van het geneesmiddel
`
`Propofol1 0 mg/ml Fresenius, emulsie voor injectie.
`
`2. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling
`
`Een ml Propofol 10 mg/ml Fresenius, emulsie voor injectie bevat 10 mg propofol. Elke ampul
`van 20 ml, injectieflacon van 50 ml en 100 ml bevat respectievelijk 200 mg, 500 mg en 1000
`mg propofol.
`Voor de hulpstoffen wordt verwezen naar rubriek 6.1 .
`
`3. Farmaceutische vorm
`
`Emulsie voor injectie.
`lsotonische, witte olie-in-water emulsie.
`
`4. Klinische gegevens
`
`4.1 Therapeutische indicaties
`
`Propofol Fresenius is een kortwerkend intraveneus algeheel anestheticum voor:
`
`• de inductie en het onderhoud van algehele anesthesie;
`
`•
`
`•
`
`sedatie van geventileerde patienten op intensive-care afdelingen.
`
`sedatie ten behoeve van diagnostische en chirurgische procedures, aileen of in
`
`combinatie met lokale of regionale anesthesie.
`
`4.2 Dosering en wijze van toediening
`
`4.2.1. Bijzondere waarschuwingen
`
`Propofol Fresenius mag aileen worden toegediend in ziekenhuizen of goed uitgeruste centra
`door artsen welke zijn opgeleid in de anesthesie of de behandeling van intensive care
`patienten.
`
`Continue bewaking van de circulatie en de ademhaling (bijv. ECG, pulseoxymeter) is
`noodzakelijk. Voorzieningen ter voorkoming van luchtwegobstructie, kunstmatige beademing
`en andere reanimatievoorzieningen moeten ten allen tijde onmiddellijk beschikbaar zijn . Ten
`behoeve van de sedatie tijdens chirurgische of diagnostische ingrepen moet Propofol
`Fresenius niet worden
`toegediend door dezelfde persoon die de chirurgische of
`diagnostische ingreep uitvoert.
`Aanvullende analgetica zijn doorgaans nodig in combinatie met Propofol Fresenius.
`
`4.2.2 Aanbevolen dosering en behandelingsduur
`
`Propofol Fresenius wordt intraveneus toegediend. De dosering wordt individueel aangepast
`op geleide van de respons van de patient.
`
`Dr. Reddy's Laboratories
`v.
`Fresenius Kabi USA, LLC
`U.S. Patent No. 8,476,010
`Exhibit 1027
`
`Exh. 1027
`
`

`
`Algemene anesthesie van volwassenen :
`
`lnductie van de anesthesie
`
`Voor inductie van de anesthesie moet Propofol Fresenius worden getitreerd (20 - 40 mg
`propofol iedere 10 seconden) waarbij continu de reactie van de patient in de gaten gehouden
`dient te worden tot klinische signalen het intreden van de anesthesie aangeven. Doorgaans
`zal een volwassen patient, niet ouder dan 55 jaar, 1,5 - 2,5 mg propofol I kg
`lichaamsgewicht vereisen.
`
`Bij oudere patienten en bij patienten met een ASA (American Society of Anesthesiologists)(cid:173)
`classificatie Ill of IV, in het bijzonder met een verslechterde hartfunctie, zal de behoefte
`minder zijn en kan de totale dosis Propofol Fresenius worden gereduceerd tot een minimum
`van 1 mg propofollkg lichaamsgewicht. Bij deze patienten moet ook een
`lagere
`toedieningssnelheid worden toegepast (ongeveer 20 mg (2 ml Propofol 10 mglml Fresenius)
`per 10 seconden).
`
`Onderhoud van de anesthesie :
`
`De anesthesie kan worden onderhouden door de toediening van Propofol 10 mglml
`Fresenius als continu infuus dan wei als herhaalde bolusinjecties. Als laatstgenoemde
`methode wordt gebruikt moeten doseringen van 25 mg (2,5 ml Propofol 10 mg/ml Fresenius)
`tot 50 mg (5 ml Propofol 10 mg/ml Fresenius) worden toegediend afhankelijk van de
`klinische behoefte.
`
`Voor het onderhoud van de anesthesie door middel van een continu infuus zal de
`doseringsbehoefte gewoonlijk 4 tot 12 mg propofol I kg lichaamsgewicht J uur bedragen. Bij
`oudere patienten, b,ij patienten in een slechte algemene conditie , bij patienten met een ASA(cid:173)
`classificatie Ill of IV en bij patienten met hypovolemie kan de dosering verder worden
`gereduceerd afhankelijk van de conditie van de patient en de
`toegepaste
`anesthesietechniek.
`
`Algemene anesthesie van kinderen ouder dan 1 maand :
`
`lnductie van de anesthesie:
`
`Voor de inductie van de anesthesie moet Propofol Fresenius langzaam worden getitreerd
`waarbij continu de reactie van de patient in de gaten gehouden dient te worden tot klinische
`signalen het intreden van de anesthesie aangeven.
`
`De dosering moet worden aangepast aan de leeftijd en/of het lichaamsgewicht.
`
`Doorgaans zal een patient, ouder dan 8 jaar, 2,5 mg propofol I kg lichaamsgewicht vereisen
`voor de inductie. Bij jongere kinderen kunnen hogere doseringen noodzakelijk zijn (2,5 - 4
`mg/kg).
`
`Bij gebrek aan klinische ervaring worden lagere doseringen bij jonge patienten met verhoogd
`risico (ASA classificatie Ill en IV) aanbevolen.
`
`Onderhoud van de anesthesie :
`
`Een bevredigend niveau van anesthesie kan doorgaans worden verkregen door een continu
`infuus met een dosering van 9- 15 mg propofol I kg lichaamsgewicht I uur.
`
`Page 2 of 13
`
`25809SKPA
`
`Exh. 1027
`
`

`
`In vergelijking met oudere kinderen, kunnen kinderen jonger dan 3 jaar een hogere dosis
`nodig hebben binnen het aanbevolen doseringsgebied. De dosering dient individueel
`aangepast te worden en speciale aandacht dient gegeven te worden aan adequate
`analgesie (zie ook sectie 4.2.1 Bijzondere waarschuwingen).
`
`De duur van de toediening tijdens studies bij kinderen jonger dan 3 jaar was meestal 20
`minuten met een maximale duur van 75 minuten. Een maximale duur van ongeveer 60
`minuten dient daarom niet overschreden te worden, behalve indien er een specifieke
`indicatie is voor langere duur zoals bijvoorbeeld maligne hyperthermie waarbij vluchtige
`stoffen vermeden dienen te worden.
`
`Propofol Fresenius moet niet worden gebruikt voor de inductie en het onderhoud van
`anesthesie van kinderen jonger dan 1 maand.
`
`Sedatie van beademde patienten tijdens intensive care :
`
`Voor gebruik ter sedatie van beademde patienten onder intensive care condities wordt
`toediening van Propofol Fresenius als continu infuus aanbevolen. De infusiesnelheid moet
`worden aangepast aan het vereiste niveau van sedatie. Doorgaans wordt een bevredigende
`sedatie bereikt met een dosering van 0,3 tot 4 ,0 mg propofol l kg lichaamsgewicht I uur (zie
`4.4 Speciale waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik).
`
`Propofol Fresenius moet niet worden gebruikt ter verkrijging van sedatie onder intensive care
`condities bij kinderen van 16 jaar of jonger (zie 4.3: Contra-indicaties).
`
`Toediening van propofol via een TCI-systeem ter verkrijging van sedatie onder intensive care
`wordt niet geadviseerd.
`
`Sedatie ten behoeve van diagnostische en chirurgische ingrepen bij volwassenen:
`
`Ter verkrijging van sedatie ten behoeve van diagnostische en chirurgische ingrepen moet de
`dosering en toedieningssnelheid worden aangepast aan de klinische respons. Als inleiding
`hebben de meeste patienten 0.5 - 1 mg propofol I kg lichaamsgewicht nodig gedurende 1 -
`5 minuten.
`
`Onderhoud van de sedatie kan worden bereikt door het titreren van een Propofol Fresenius
`infuus tot het gewenste niveau van sedatie is bereikt. Doorgaans zal 1,5 - 4,5 mg propofol l
`kg lichaamsgewicht I uur nodig zijn.
`
`Bij gebruik van Propofol 10 mglml Fresenius kan aanvullend op de infusie een bolusinjectie
`van 10-20 mg propofol (1- 2 ml Propofol 10 mglml Fresenius) worden gebruikt indien een
`snelle toename van de sedatiediepte vereist is. Bij patienten ouder dan 55 jaar en bij
`patienten met ASA-classificatie
`Ill of
`IV, kan het noodzakelijk zijn dosering en
`toedieningssnelheid te verlagen.
`
`Propofol Fresenius moet niet worden gebruikt ter verkrijging van sedatie ten behoeve van
`diagnostische en chirurgische ingrepen bij kinderen van 16 jaar of jonger.
`
`4.2.3 Methode van toediening en toedieningsduur
`
`Methode van toediening
`
`Propofol 10 mglml Fresenius dient intraveneus toegediend te worden als injectie of als
`continu infuus, hetzij onverdund hetzij verdund met een oplossing van glucose 5% of
`
`Page 3 of 13
`
`2580 9SKPA
`
`Exh. 1027
`
`

`
`natriumchloride 0,9%. Zowel oplossingen in glazen flessen als in PVC zakken kumnen
`worden gebruikt welke goed moeten worden gemengd voorafgaand aan toediening.
`
`Gelijktijdige toediening van Propofol 10 mg/ml Fresenius samen met een infuus van glucose
`5%, natriumchloride 0,9% via een Y-connector vlakbij de injectieplaats is mogelijk.
`
`Voorafgaand aan gebruik meet de hals van de ampul en de rubber stop van de infusieflacon
`worden gedesinfecteerd met medicinale alcohol (spray of doekjes). Na gebruik moeten
`restanten worden vernietigd.
`
`Propofol Fresenius bevat geen conserveermiddelen en bevordert de groei van micro(cid:173)
`organismen. Daarom meet, na opening van een ampul Propofol Fresenius of het aanprikken
`van een flacon, de inhoud onmiddellijk op aseptische wijze worden opgetrokken in een
`steriele spuit of infuussysteem_ De toediening dient vervolgens dire·ct te geschieden.
`Gedurende de infusieperiode dient de steriliteit van zowel Propofol Fresenius en het
`infuussysteem te worden gehandhaafd.
`
`Geneesmiddelen of vloeistoffen welke worden toegevoegd aan een lopend Propofol
`Fresenius infuus moeten worden toegevoegd dicht bij de canule. Propofol Fresenius meet
`niet worden toegediend via infuussystemen welke zijn voorzien van microbiele filters. De
`inhoud van een ampul of een flacon met Propofol Fresenius is bestemd voor eenmalig
`gebruik bij een patient. Het restant meet na gebruik worden vernietigd.
`
`lnfusie van onverdund Propofol 10 mg/ml Fresenius
`
`Wanneer Propofol Fresenius wordt toegediend door middel van een continu infuus wordt
`controle van de infusiesnelheid door middel van een buret, druppelteller, spuitenpomp of
`volumetrische infuuspomp aanbevolen.
`
`Zoals geldt voor parenterale toediening van aile soorten vetemulsies moet de gebruiksduur
`van een infuussysteem voor een continu infuus met Propofol Fresenius beperkt blijven tot
`maximaal 12 uur. Het infuussysteem en de container moeten worden verwijderd en
`vervarngen na maximaal 12 uur. Restanten Propofol Fresenius die zijn overgebleven aan het
`einde van de infuusperiode of na verwisseling van het systeem moeten worden vernietigd.
`
`lnfusie van verdund Propofol 10 mg/ml Fresenius
`
`Wanneer Propofol 10 mg/ml Fresenius verdund wordt toegediend door middel van een
`continu infuus wordt controle van de infusiesnelheid door middel van een buret, druppelteller,
`spuitenpomp of volumetrische infuuspomp aanbevolen om te voorkomen dat per ongeluk te
`grote doses verdund Propofol10 mg/ml Fresenius worden toegediend.
`
`De maxi male verdUJnnning mag niet grater zijn dan 1 deel Propofol 10 mg1/ml Fresenius op 4
`delen glucose 5%, natriumchloride 0.9% (minimale concentratie 2 mg propofol per ml). Het
`mengsel moet aseptisch worden bereid direct voor de toediening en meet worden gebruikt
`binnern 6 uur na bereiding.
`
`Propofol 10 mg/ml Fresenius moet niet worden gemengd met andere oplossingen voor
`infusie of injectie dan genoemd in sectie 6.6 .
`
`Teneinde pijn bij het begin van de injectie te verminderen kan Propofol 10 mg/ml Fresenius
`worden gemengd met een lidocaine 1% oplossing voor injectie zonder conserveermiddelen
`(meng 20 delen Propofol 10 mg/ml Fresenius met 1 deel lidocaine 1% oplossing voor
`injectie). Zie sectie 4.4 en 4.8 voor de specifieke risico's van lidocaine.
`
`Page 4 ofl3
`
`25809SKPA
`
`Exh. 1027
`
`

`
`Alvorens een van de spierrelaxantia atracurium of mivacurium, na toediening van Propofol
`10 mg/ml Fresenius, door hetzelfde infuussysteem toe te dienen, wordt aanbevolen het
`infuussysteem te spoelen.
`
`Toedieningsduur
`Propofol Fresenius kan maximaal 7 dagen worden toegediend.
`
`4.3 Contra-indicaties
`
`Propofol Fresenius moet niet worden toegepast:
`
`•
`
`bij patienten met een bekende overgevoeligheid voor propofol of een van de
`hulpstoffen van de emulsie
`
`•
`
`•
`
`bij patienten welke allergisch zijn voor soja of pinda's
`
`bij patienten van 16 jaar of jonger ter sedatie gedurende "intensive care" (zie 4.4
`
`Speciale waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik.
`
`4.4 Speciale waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
`Voorzichtigheid is geboden bij patienten met verslechterde cardiale, respiratoire, renale of
`hepatische functie of bij hypovolemische, verzwakte of epileptische patienten bij wie Propofol
`Fresenius met een verlaagde toedieningssnelheid (zie dosering) moet worden toegediend.
`lndien mogelijk moeten hypovolemie, cardiale insufficientie, verminderde bloedsomloop of
`vermirnderde ademhaling worden gecompenseerd alvorens Propofol Fresenius wordt
`toegediend.
`
`Voor anesthesie van een epileptische patient moet gecontroleerd worden of de patient
`hiervoor behandeld is.
`Hoewel verschillende studies de werkzaamheid in de behlandeling van status epilepticus
`aantonen kan het toedienen van propofol bij epileptische patienten het risico van een aanval
`vergroten.
`Propofol Fresenius moet met voorzichtigheid worden toegediend aan patienten die ingrepen
`ondergaan waarbij onverwachte bewegingen ongewenst zijn, bijv. in de oogheelkunde.
`
`Gebruik van propofol wordt afgeraden bij shocktherapie.
`Bij patienten met ernstig verslechterde hartfunctie wordt aanbevolen om Propofol Fresenius
`met grote voorzichtigheid onder intensief toezicht toe te dienen.
`
`Het risico van een relatieve vagotonie kan worden verhoogd omdat Propofol Fresenius geen
`vagolytische activiteit vertoont. De intraveneuze toediening van een anticholinergicum
`voorafgaand aan de inductie of gedurende de onderhoudsanesthesie moet worden
`overwogen, in het bijzonder in die situaties waar de vagale tonus waarschijnlijk zal
`domineren of wanneer Propofol Fresenius wordt gebruikt in combinatie met andere
`geneesmiddelen die vermoedelijk bradycardie veroorzaken.
`
`De veiligheid en efficientie van Propofol Fresenius voor (achtergrond)sedatie bij kinderen
`jonger dan 16 jaar is niet bewezen.
`
`Propofol wordt niet aanbevolen voor algemene anesthesie bij kinderen jonger dan 1 maand.
`
`Hoewel causaal verband niet is vastgesteld, zijn ernstige ongewenste effecten (waar onder
`gevallen met fatale afloop) tijdens (achtergrond)sedatie bij patienten jonger dan 16 jaar
`
`Page 5 of 13
`
`25809SKPA
`
`Exh. 1027
`
`

`
`gemeld tijdens gebruik in de periode voor registratie. Het betrof hierbij voornamelijk het
`optreden van metabole acidose, hyperlipidemie, rhabdomyolyse, en/of hartfalen. Deze
`effecten werden veelvuldig waargenomen bij kinderen met luchtweginfecties die grotere
`doses ontvingen dan geadviseerd voor volwassenen voor sedatie op de "intensive care".
`
`Overeenkomstige zeldzame meldingen zijn ontvangen over het optreden van metabole
`acidose, rhabdomyolyse, hyperkaliemie en/of snel progressief hartfalen (in sommige
`gevallen met fatale afloop) bij volwassenen welke meer dan 58 uur behandeld werden met
`doses groter dan 5 mg/kg lichaamsgewicht/uur. Dit overschrijdt de maximum dosering van 4
`lichaamsgewicht/uur welke momenteel geadviseerd wordt voor sedatie op de
`mg/kg
`"intensive care". De betroffen patienten waren voornamelijk (doch niet uitsluitend) ernstig
`verwond aan het hoofd en hadden een toegenomen intracraniele druk. Het hartfalen in
`dergelijke gevallen reageerde meestal niet op positief inotrope medicatie.
`
`Voorschrijvers worden eraan herinnerd niet een dosis van 4 mg/kg lichaamsgewicht/uur te
`overschrijden. Voorschrijvers dienen alert te zijn op deze mogelijke ongewenste effecten en
`de dosis te verminderen dan wei over te schakelen op een ander sedativum bij de eerste
`tekenen dat deze ongewenste bijwerkingen optreden. De doorbloeding van de hersenen bij
`patienten met toegenomen intracraniele druk dient, tijdens aanpassing van de behandeling,
`op de juiste wijze ondersteunt te worden.
`
`Aandacht dient besteed te worden aan afwijkingen in de vetstofwisseling en/of ziektes welke
`vereisen dat bijzonder voorzichtig wordt omgegaan met het gebruik van vetemulsies.
`
`Toepassing van Propofol Fresenius voor anesthesie bij zuigelingen en kinderen tot de leeftijd
`van 3 jaar verdient extra aandacht hoewel uit recente gegevens blijkt dat er geen duidelijke
`verschillen zijn qua veiligheid na vergelijk met kinderen ouder dan 3 jaar .
`
`lndien de patient parenterale voeding ontvangt is het noodzakelijk rekening te houden met
`de hoeveelheid lipiden in Propofol Fresenius: 1 ml propofol bevat 0,1 g vet.
`
`Plasmalipidenspiegels moeten na 3 dagen gecontroleerd worden tijdens behandeling op de
`Intensive Care afdeling.
`
`Als gevolg van de hogere doseringen die gewoonlijk worden toegepast bij patienten met
`ernstig overgewicht meet rekening gehouden worden met een verhoogd risico op
`ongewenste hemodynamische bijwerkingen.
`
`Extra aandacht is nodig bij patienten met een verhoogde intracraniale druk en een lage
`arteriele druk omdat daarbij een risico bestaat voor een significante afname van de
`intracerebrale perfU!siedruk.
`
`Verdutnningen met een lidocaine oplossing moeten niet worden toegepast bij patienten met
`een erfelijke aanleg voor acute porphyrie.
`
`In zeldzame gevallen kan er sprake zijn van postoperatieve bewusteloosheid welke
`vergezeld gaat van een toegenomen spierspanning. Een dergelijk verschijnsel is niet
`gerelateerd aan het feit of de patient wei of niet wakker was. Hoewel het bewU!stzijn
`spontaan terugkeert, dienen bewusteloze patienten zorgvuldig geobserveerd te worden.
`
`Alvorens de patient te ontslaan, dient gecontroleerd te worden of de patient volledig hersteld
`is van de algemene anesthesie.
`
`Voor gebruik tijdens borstvoeding, zie 4.6 Zwangerschap en borstvoeding.
`
`Page 6 of 13
`
`25809SKPA
`
`Exh. 1027
`
`

`
`4.5 lnteracties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
`
`Propofol Fresenius kan worden toegepast in combinatie met andere geneesmiddelen voor
`inhalatie anesthetica, analgetica, spierverslappers,
`lokale
`(premedicatie,
`anesthesie
`anesthetica). Tot op heden zijn geen ernstige interacties met deze geneesmiddelen
`gerapporteerd. Sommige van deze centraal werkende geneesmiddelen kunnen circulatoire
`of respiratoire depressie veroorzaken. Het effect hiervan kan, in combinatie met Propofol
`Fresenius, versterkt worden. Verlenging van de anesthesie en een afname van de
`ademhalingsfrequentie zijn gerapporteerd na gelijktijdig gebruik met benzodiazepines,
`parasympathicolytica of inhalatie-anesthetica.
`
`Na additionele premedicatie met opio.iden kan er een hogere incidentie en tangere duur van
`apnoe optreden.
`
`Bradycardie en hartstilstand kunnen optreden na behandeling met suxamethonium of
`neostigmine.
`
`Er moet rekening mee gehouden worden dat gelijktijdig gebruik van propofol met
`geneesmiddelen voor premedicatie, inhalatie-anesthetica of analgetica de anesthesie en de
`cardiovasculaire bijwerkingen kunnen versterken. Gelijktijdig gebruik met stoffen die tot een
`depressie van het centrale zenuwstelsel leiden zoals alcohol, algemene anesthetica of
`narcotische analgetica zal resulteren in een toename van hun sedatieve effecten.
`
`Na toediening van fentanyl kan de bloedspiegel van propofol tijdelijk verhoogd zijn met een
`toename van de mate van apneu.
`
`Leuko-encefalopathie is waargenomen na toediening van vetemulsies, zoals propofol, aan
`patienten die eveneens cyclosporine kregen toegediend.
`Wanneer gebruikt als aanvulling bij regionale anesthesie kan het nodig zijn de dosering
`Propofol Fresenius te verlagen.
`
`4.6 Zwangerschap en borstvoeding
`
`Zeer beperkte gegevens over het gebruik van deze stof in de zwangerschap bij de mens
`Iaten geen verhoogd risico op congenitale afwijkingen zien. Er zijn tot dusver geen
`aanwijzingen voor schadelijkheid bij dierproeven. Propofol passeert de placenta. Gezien de
`farmacologische werking van de stof, bestaat de mogelijkheid van ademhalingsdepressie bij
`de neonaat bij perinataal gebruik.
`Propofol kan gebruikt worden tijdens de zwangerschap.
`
`Propofol wordt in kleine hoeveelheden uitgescheiden in de moedermelk. Na toepassing van
`propofol bij anesthesie kan de borstvoeding hervat worden zodra de moeder daar toe in staat
`is.
`
`4.7 Be"invloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
`Na toediening van Propofol Fresenius moet de ontwaakte patient voldoende
`lang
`geobserveerd worden om er zeker van te zijn dat deze voldoende hersteld is. De patient
`moet worden ontraden te rijden, machines te bedienen of in potentieel gevaarlijke situaties
`werkzaam te zijn. Patienten moeten worden vergezeld bij terugkeer naar huis en moeten
`ge"instrueerd worden geen alcohol te gebruiken.
`
`Page 7 of 13
`
`25809SKPA
`
`Exh. 1027
`
`

`
`4.8 Bijwerkingen
`
`Hypotensie en ademhalingsdepressie zijn de meest voorkomende bijwerkingen van propofol.
`De effecten zijn afhankelijk van de toegediende hoeveelheid propofol maar ook van de soort
`premedicatie en andere gelijktijdig toegediende medicatie. Specifiek zijn de volgende
`bijwerkingen waargenomen:
`Aandoeningen van het immuunsysteem:
`Zelden (<1 :1000. >1 :10000)
`(anafylactische) waaronder Quincke
`Ernstige overgevoeligheidsreacties
`bronchospasmen, erytheem en hypotensie.
`
`oedeem,
`
`Psychische stoornissen:
`Zelden (<1 :1000, >1 :10000)
`Euforie en seksuele ongeremdheid tijdens de herstelperiode.
`
`Aandoeningen van het zenuwstelsel:
`Vaak (<1:10. >1 :100)
`Gedurende de inductie van de anesthesie zullen waarschijnlijk spontane bewegingen en
`myocloni kunnen worden waargenomen.
`Zelden {<1 :1000, >1 :10000)
`Tijdens de verkoeverperiode kunnen hoofdpijn, duizeligheid, rillingen en een koudegevoel
`optreden, naast epileptiforme convulsies met inbegrip van opisthotonus.
`Zeer zelden (<1 :10000)
`Vertraagde epileptische aanvallen met een vertraging welke kan varieren van een paar uur
`tot meerdere dagen.
`Na toediening aan epileptische patienten van propofol zijn (in
`convutlsies waargenomen.
`Gevallen van postoperatieve bewusteloosheid (zie sectie 4.4 Speciale waarschuwingen en
`voorzorgen bij gebruik).
`
`incidentele gevallen)
`
`Aandoeningen van het hart en van de bloedvaten:
`Vaak {<1 :10, >1 :100)
`Duidelijke hypotensie.
`intraveneuze vloeistoffen noodzakelijk maken, zo nodig
`Dit kan het gebruik van
`vasoconstrictiva alsmede langzamere toediening van Propofol Fresenius.
`Met de mogelijkheid van een ernstige daling van de bloeddruk bij patienten met een
`verminderde coronaire of cerebrale perfusie of met een hyp,ovolemie moet rekening worden
`gehouden.
`Zelden {<1:1000, >1:10000)
`Hartaritmieen tijdens de herstelperiode.
`incidenteel progressief
`Gedurende algemene anesthesie
`is bradycardie opgetreden,
`(asystole). Het intraveneus toedienen van een anticholinergicum voorafgaand aan inductie of
`tijdens onderhoudsanesthesie moet worden overwogen
`(zie ook 4.4 Speciale
`waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik).
`
`Aandoeningen van het ademhalingsstelsel, de borstkas en het mediastinum:
`Vaak (<1:10. >1:100)
`Tijdens de inductie van de anesthesie kunnen hyperventilatie, apneu en hoesten optreden.
`Soms (<1:100. >1:1000)
`Hoesten gedurende de onderhoudsfase.
`Zelden {<1 :1000, >1:10000)
`Hoesten tijdens de herstelperiode.
`Zeer zelden {<1:10000)
`
`Page 8 of 13
`
`25809SKPA
`
`Exh. 1027
`
`

`
`Ge·lsoleerde gevallen van pulmonair oedeem na toediening van propofol zijn beschreven.
`
`Aandoeningen van het maagdarmstelsel:
`Vaak {<1 :10, >1 :100)
`Hikken bij de inductie van de anesthesie.
`Zelden (<1 :1000, >1 :10000)
`Misselijkheid en overgeven tijdens de herstelperiode.
`Zeer zelden (<1 :10000)
`Pancreatitis werd waargenomen na toediening van propofol. Een causaal verband kon
`echter niet vastgesteld worden.
`
`Aandoeningen van de nieren en urinewegen:
`Zelden (<1:1000, >1 :10000)
`Gevallen van verkleuring van de urine na langdurige toediening van Propofol Fresenius.
`
`Algemene aandoeningen en stoornissen op de plaats van toediening:
`Vaak {<1 :10, >1 :100)
`Warme bios tijdens inductie van de anesthesie.
`Zelden (<1 :1000, >1 :10000)
`Koorts na de ingreep.
`Zeer zelden (<1:10000)
`In zeldzame gevallen werden rhabdomyolyse, metabole acidose, hyperkaliemie of hartfalen,
`soms met fatale afloop, waargenomen na toediening van propofol in doseringen van 4 mg/kg
`lichaamsgewichUuur voor sedatie op de "intensive care"
`(zie ook 4.4 Speciale
`waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik).
`Zeer vaak (>1 :10)
`Plaatselijke pijn tijdens de eerste injectie. Profylaxe of behandeling zie hieronder.
`Zelden (<1 :1000, >1 :10000)
`Thrombose en flebitis.
`Zeer zelden (<1 :10000)
`lncidentele gevallen van ernstige weefselreacties nadat per ongeluk extravasculair was
`toegediend.
`
`Plaatselijke pijn welke kan optreden tijdens de eerste injectie van Propofol Fresenius kan
`worden verminderd door gelijktijdige toediening van lidocaine (zie onder 4 .2.3 Methode van
`toediening) alsmede door het gebruik van de grotere aderen in de onderarm en de
`elleboogholte. Na gelijktijdige toediening van lidocaine kunnen de volgende bijwerkingen
`optreden: duizeligheid, braken, sufheid, convulsies, bradycardie, hartaritmieen en shock.
`
`4.9 Overdosering
`
`Bij overdosering kan cardiorespiratoire depressie optreden. Respiratoire depressie moet
`worden behandeld door kunstmatige beademing met zuurstot, Bij cardiovasculaire depressie
`gebracht
`(Trendelenburgligging) en ,
`indien
`nodig,
`het hoofd omlaag
`wordt
`plasmavervangingsmiddelen en bloeddrukverhogende medicatie toegediend.
`
`5. Farmacologische eigenschappen
`
`5.1 Farmacodynamische eigenschappen
`
`Farmacotherapeutische groep: andere anesthetica
`
`ATC-code: N01AX10
`
`Page 9 of 13
`
`2580 9SKPA
`
`Exh. 1027
`
`

`
`Na intraveneuze injectie van Propofol Fresenius treedt het hypnotisch effect snel op.
`Afhankelijk van de injectiesnelheid bedraagt de tijd voor de inductie van de anesthesie 30 tot
`40 seconden. De werkingsduur na een enkelvoudige bolusinjectie bedraagt 4 - 6 minuten
`ten gevolge van snel metabolisme en uitscheiding.
`
`Met het aanbevolen doseringsschema is een klinisch relevante accumulatie van propofol na
`herhaalde toediening van bolusinjecties niet waargenomen. De patienten komen snel weer
`bij bewustzijn.
`
`Bradycardie en hypotensie kunnen incidenteel optreden gedurende de inductie van
`anesthesie, waarschijnlijk door een gebrek aan vagolytische activiteit. De cardiale en
`circulatoire situaties normaliseren gewoonlijk tij dens het onderhoud van de anesthesie.
`
`5.2 Farmacokinetische eigenschappen
`
`Na intraveneuze toediening wordt propofol voor ongeveer 98% gebonden aan plasma-eiwit.
`
`Na een intraveneuze bolusinjectie daalt de initiele bloedspiegel van propofol snel als gevolg
`van een snelle verdeling over de verschillende compartimenten
`(a-fase). De
`distributiehalfwaardetijd is berekend op 2 - 4 minuten.
`
`Tijdens de eliminatiefase daalt de bloedspiegel minder snel. De eliminatiehalfwaardetijd
`tijdens de ~-fase is 30- 60 minuten. Daarna wordt een derde compartiment waarneembaar
`dat de redistributie weerspiegelt van propofol vanuit weefsel met een geringe perfusie.
`
`Klaring bij kinderen ligt hager dan bij volwassenen.
`
`Het centraal verdelingsvolume varieert van 0,2 tot 0, 79 1/kg lichaamsgewicht, het staedy(cid:173)
`state distributievolume bedraagt 1,8 - 5,3 1/kg lichaamsgewicht. Propofol wordt snel uit het
`lichaam geelimineerd (totale klaring ongeveer 2 1/min). De klaring vindt plaats door
`in de lever, waarbij glucuroniden van propofol alsmede
`metabolisme, hoofdzakelijk
`glucuronides en sulfaatverbindingen van de metaboliet quinol worden gevormd. Aile
`metabolieten zijn inactief. Ongeveer 88% van een toegediende dosis wordt uitgescheiden in
`de urine in de vorm van metabolieten. Slechts 0,3% wordt onveranderd in de urine
`uitgescheiden.
`
`5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
`
`Preklinische gegevens, gebaseerd op conventionele studies naar toxiciteit na herhaalde
`toediening en genotoxiciteit, hebben geen speciale risico's voor mensen aangetoond.
`Carcinogeniteit is niet onderzocht.
`
`In studies naar de reproductietoxiciteit werden farmacologische effecten waargenomen bij
`hoge doseringen. Teratogene effecten werden niet waargenomen.
`
`Lokale tolerantiestudies toonden bij intramusculaire injecties weefselbeschadiging rond de
`injectieplaats aan.
`
`6. Farmaceutische gegevens
`
`6.1 Lijst van hulpstoffen
`
`Sojabonenolie, gezuiverde eilecithine, glycerol, oliezuur, natriumhydroxide, water voor
`injecties
`
`Page 10 oft 3
`
`25809SKPA
`
`Exh. 1027
`
`

`
`6.2 Gevallen van onverenigbaarheid
`
`Propofol 10 mg/ml Fresenius mag niet met andere oplossingen voor infusie of injectie
`worden verdund anders dan aangegeven in 6.6 'lnstructies voor gebruik en verwerking'.
`
`Spierrelaxantia zoals atracurium en mivacurium mogen enkel toegediend worden na flush
`van dezelfde infusieplaats als deze gebruikt voor propofol.
`
`6.3 H oudbaarheid
`
`Propofol 10 mg/ml Fresenius (originele verpakking): 36 maanden.
`
`Toedieningssets met onverdund Propofol 10 mg/ml Fresenius moeten vervangen worden, 12
`uur na het openen van de ampul of de flacon. Verdunningen met Glucose 5% intraveneuze
`infuusoplossing of Natriumchloride 0,9% intraveneuze infuusoplossing, moeten vlak voor de
`toediening aseptisch bereid worden en dienen binnen de 6 uur na bereiding gebruikt te
`worden.
`
`6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
`
`Sewaren beneden 25°C. Niet in de vriezer bewaren.
`Sewaren in de originele verpakking.
`
`6.5 Aard en lnhoud van de verpakking
`
`Kleurloze glazen ampullen (20 ml), type I glas overeenkomstig de Ph. Eur.
`
`Kleurloze glazen injectieflacons (50 ml en 100 ml), type II glas overeenkomstig de Ph. Eur.
`
`Sromobutyl rubberen sluiting, type I volgens de Ph. Eur.
`Verpakkingen met 5 glazen ampullen met 20 ml emulsie.
`Verpakkingen met 1 glazen injectieflacons met 50 of 100 ml emulsie.
`Verpakkingen met 10 glazen injectieflacons met 50 of 100 ml emulsie.
`
`Niet aile genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
`
`6.6 lnstructies voor gebruik en verwerking
`
`Het recipient moet geschud worden voor gebruik.
`
`Gebruik aileen homogene bereidingen en onbeschadigde verpakkingen.
`
`Voor gebruik moet de hats van de ampul of de rubberen membraan van de fles gereinigd
`worden met een alcohol spray of een doekje gedrenkt in alcohol (zie ook 4.2 "Dosering en
`wijze van toediening").
`
`Resten van de oplossing die overblijven na een eerste gebruik, moeten vernietigd worden.
`
`Propofol 10 mg/ml Fresenius mag voor de toediening enkel gemengd worden met een
`oplossing van 5% glucose, natriumchloride 0,9% of met 1% lidocaine (zie 4.2. "Dosering en
`wijze van toediening"). De uiteindelijke propofol concentratie mag niet lager zijn dan 2 mg/ml.
`
`Verdutnning en co-administratie van propofol met andere geneesmiddelen of
`infusievloeistoffen
`
`Page 11 of t 3
`
`25809SKPA
`
`Exh. 1027
`
`

`
`Co-
`administratie
`techniek
`
`Mengen v66r
`
`Toediening
`
`Additief of verdunner
`
`Bereiding
`
`Voorzorgen
`
`5% glucose-
`infuusoplossing of
`0,9% natriumchloride-
`infuusoplossing
`
`Meng in een PVC-infuuszak Het mengsel direct
`of een glazen infusiefles 1
`voor toediening
`dee I Propofol 1 0 mg/ml
`aseptisch bereiden.
`Fresenius met maximaal 4
`Het mengsel binnen 6
`delen 5% glucose-
`uur gebruiken.
`infuusoplossing of 0,9%
`natriumchloride-
`infuusoplossing.
`
`lndien verdund wordt in een
`PVC infuuszak, d ient het te
`mengen volume Propofol 1 0
`mg/ml Fresenius te worden
`toegevoegd nadat uit een
`valle infuuszak eenzelfde
`volume 5% glucose-
`infuusoplossing of 0,9%
`natriumchloride-
`infuusoplossing is
`verwijderd.
`
`1 ,0 % lidoca·ine
`injectie-oplossing
`(zonder preser-
`veringsmiddelen)
`
`Meng 20 delen Propofol 10
`mg/ml Fresenius met
`maximaal 1 deel 1,0%
`lidoca·ine injectie-oplossing.
`
`Co-
`administratie via
`een Y-
`connector
`
`5% glucose
`infuusoplossing of
`0,9% natriumchloride-
`infuusoplossing
`
`Toediening via een Y-
`connector
`
`7. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
`
`Fresenius Kabi Nederland B.V.
`
`Amersfoortseweg 1 0 E
`
`3705GJ Zeist
`
`Nederland
`
`Het mengsel voor
`toediening aseptisch
`bereiden. Aileen voor
`inductie van
`algemene anesthesie
`gebruiken.
`
`Plaats de Y -connector
`dicht bij de plaats van
`injectie
`
`8. Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen
`
`RVG 25809 (Propofol 10 mg/ml Fresenius)
`
`Page 12 oft 3
`
`25809SKPA
`
`Exh. 1027
`
`

`
`9. Datum van de eerste goedkeuring/vernieuwing van de vergunning
`
`Datum van eerste verlening van de vergunning: 5a ecember 2000
`
`10. Datum van de herziening van de samenvatting
`
`Laatste gedeeltelijke wijziging betreft rubriek 7: 5 mei 2014
`
`Page 13 oft3
`
`25809SKPA
`
`Exh. 1027

This document is available on Docket Alarm but you must sign up to view it.


Or .

Accessing this document will incur an additional charge of $.

After purchase, you can access this document again without charge.

Accept $ Charge
throbber

Still Working On It

This document is taking longer than usual to download. This can happen if we need to contact the court directly to obtain the document and their servers are running slowly.

Give it another minute or two to complete, and then try the refresh button.

throbber

A few More Minutes ... Still Working

It can take up to 5 minutes for us to download a document if the court servers are running slowly.

Thank you for your continued patience.

This document could not be displayed.

We could not find this document within its docket. Please go back to the docket page and check the link. If that does not work, go back to the docket and refresh it to pull the newest information.

Your account does not support viewing this document.

You need a Paid Account to view this document. Click here to change your account type.

Your account does not support viewing this document.

Set your membership status to view this document.

With a Docket Alarm membership, you'll get a whole lot more, including:

  • Up-to-date information for this case.
  • Email alerts whenever there is an update.
  • Full text search for other cases.
  • Get email alerts whenever a new case matches your search.

Become a Member

One Moment Please

The filing “” is large (MB) and is being downloaded.

Please refresh this page in a few minutes to see if the filing has been downloaded. The filing will also be emailed to you when the download completes.

Your document is on its way!

If you do not receive the document in five minutes, contact support at support@docketalarm.com.

Sealed Document

We are unable to display this document, it may be under a court ordered seal.

If you have proper credentials to access the file, you may proceed directly to the court's system using your government issued username and password.


Access Government Site

We are redirecting you
to a mobile optimized page.





Document Unreadable or Corrupt

Refresh this Document
Go to the Docket

We are unable to display this document.

Refresh this Document
Go to the Docket